Kosten van de huishouding: 28 jaar terugrekenen?

Home » Nieuws » Kosten van de huishouding: 28 jaar terugrekenen?

“De Familiekamer Advocaten & Mediators organiseert periodiek de FamiliekamerKunstprijs”

Kosten van de huishouding: 28 jaar terugrekenen?

26 November 2021

Dit nieuwsbericht kan verouderd zijn doordat inmiddels (wets-)wijzigingen hebben plaatsgevonden.

In samenlevingsovereenkomsten staat bijna altijd een artikel over de kosten van de huishouding. Vaak worden de volgende onderwerpen genoemd:

  • welke lasten worden aangemerkt als kosten van de huishouding;
  • wie draagt welk deel van de kosten van de huishouding;
  • op welke manier kan een samenwoner het teveel betaalde aan de kosten van de huishouding van de andere partner terugvorderen.

De termijn om het te veel betaalde van de andere partner terug te vorderen, wordt nu vaak beperkt. Bepaald wordt bijvoorbeeld dat zo een vordering binnen een jaar na afloop van het betreffende kalenderjaar moet worden ingesteld. Ingeval de vordering niet binnen dit jaar wordt ingesteld, vervalt deze.

Wat als in het samenlevingscontract geen termijn staat genoemd? Gaat de rechter bij een geschil over de kosten van de huishouding dan echt 30 jaar aan huishoudboekjes door?

In een uitspraak van 10 maart 2021 van de rechtbank Den Haag wijst de rechtbank over en weer gedane verzoeken van partijen om de kosten van de huishouding over een periode van 28 jaar te verrekenen, af. De verzoeken zijn, kort gezegd, onvoldoende gemotiveerd en gespecificeerd.

De rechtbank geeft partijen nog wel mee waaraan een dergelijk verzoek moet voldoen: ‘De rechtbank realiseert zich dat het na een samenleving van 28 jaar nagenoeg onmogelijk is om precies te reconstrueren hoe een en ander is gelopen, maar als partijen na zoveel jaar alsnog willen afrekenen, wordt wel van hen verlangd dat zij een heel precies en kloppend overzicht aanleveren.’

Uit dit overzicht moet in ieder geval blijken: welke kosten golden als kosten van de huishouding; hoe hoog deze kosten maandelijks waren; hoe hoog de netto inkomens van partijen maandelijks waren; wie feitelijk wat heeft bijgedragen aan de huishoudelijke kosten en hoeveel partijen, gelet op de verhouding van hun inkomens, eigenlijk moesten bijdragen, en; of de inkomsten voldoende waren om de huishoudelijke kosten te betalen en zo nee, in hoeverre die kosten ten laste van het vermogen van een partij zijn gekomen of moesten komen.

Heeft u vragen over de kosten van de huishouding, of over de uitleg en afwikkeling van samenlevingsovereenkomsten in het algemeen? De advocaten en mediators van de Familiekamer staan u graag bij.

Meer nieuws

Wij zijn u graag van dienst!

Andere vraag?
Bel 071 – 512 60 50